Afvalpolymeren gebruiken om filament te maken voor 3D-printen van recyclebare eindproducten

Recycling en afvalbeheer zijn hot topics vandaag de dag, die bijdragen aan een duurzamere leefomgeving. Correct afvalbeheer is de eerste stap voor betere recycling van afvalproducten en -materialen. Hoe meer materialen worden gerecycled, hoe minder restafval er wordt geproduceerd en hoe meer grondstoffen er beschikbaar zijn, des te minder menselijke impact er is op het milieu en de uitputting van de aarde.

Eén van de materialen die veel worden toegepast in verschillende producten die we in ons dagelijks leven gebruiken, zijn polymeren. Kunststofvervuiling is een grote bedreiging voor onze natuurlijke ecosystemen. Daarom is het recyclen van kunststoffen en polymeren een interessant onderwerp om te onderzoeken om milieuvervuiling te verminderen. Dit was ook het uitgangspunt van het AMP-gesubsidieerde project Waste2Print, dat draait om het onderzoeken en testen van de recyclebaarheid van polymeren en het maken van filament hiervan voor 3D-printdoeleinden. Op deze manier zijn zowel de grondstoffen als het eindproduct recyclebaar, waardoor er minder negatieve milieu-impact en afval ontstaat.

Het Waste2Print-consortium bestaat uit Riwald Recycling, 3devo en het FIP-AM@UT. Riwald Recycling is een hightech recyclingbedrijf uit Almelo dat jaarlijks vele honderdduizenden tonnages afvalmaterialen recyclet – variërend van elektrische huishoudelijke apparatuur en industriële hoogwaardige reststromen, tot treinstellen en vliegtuigen. 3devo uit Utrecht biedt hoogwaardige producten en diensten, die filamentextrusie transformeren tot een closed-loop cyclus. Ze helpen klanten hun concurrentievoordeel te verbeteren door het customizen van verbeterd 3D-printfilament. Het FIP-AM@UT ondersteunt met projectmanagement en draagt bij met hun uitgebreide wetenschappelijke materiaalkennis en -ervaring.

Tijdens het project richt het consortium zich op het innovatieve proces om kunststofafval om te zetten in duurzame 3D-printoplossingen. Na het recyclen van thermoplastische polymeren, worden ze verwerkt tot snippers en zullen deze worden gebruikt om filament te maken voor 3D-printen. Met de resulterende 3D-geprinte structuren worden afvalmaterialen effectief hergebruikt, doordat ze omgezet worden in printfilament, waardoor nieuwe producten kunnen worden gemaakt. Deze nieuwe producten zullen ook recyclebaar zijn. Dit innovatieve proces vermindert niet alleen afval, maar bevordert ook duurzaamheid, doordat er in de productiecyclus gebruik wordt gemaakt van gerecyclede materialen.

Industriepartners

WERKPAKKETTEN

Elk FIP-AM@UT project is verdeeld in afzonderlijke werkpakketten, om de verschillende fasen en doeleinden binnen het project duidelijk te onderscheiden. Het Waste2Print project bestaat uit vijf werkpakketten:

icon_Assessment

WP1 - Beoordeling van use cases

Use case assessment en materiaalkeuze

WP2 – Parameteroptimalisatie

Optimalisatie van de extruderparameters en filamentproductie

WP3 - Filamentbeoordeling

Testen en evalueren van de kwaliteit en printbaarheid van het filament

icon_Analysis

WP4 – Validatie van printparameters

3D-printen en onderzoeken van de printparameters

icon_What-if-scenario

WP5 - Testen en valideren

Thermomechanisch testen, evalueren en valideren

VOOR MEER INFORMATIE OVER WASTE2PRINT, NEEM GERUST CONTACT OP MET

Ava Ghalayaniesfahani

Research Engineer

Sattar Emamian

Research Engineer

Steijn Jonker

Research Engineer

Mehrshad Mehrpouya

Assistant Professor