VMO

Verbinder in de Oost-Nederlandse maakindustrie

Toekomstbestendig door samenwerking

De Verenigde Maakindustrie Oost (VMO) doet wat ze belooft: ze verenigt en ondersteunt de maakindustrie in Oost-Nederland op alle vlakken van het maakondernemerschap. Wij spraken met Lucien Perizonius en Petra Deterink over de rol en de toekomst van de VMO.
 

De maakindustrie is economisch en technologisch gezien een sterke sector in Oost-Nederland, die zich constant blijft ontwikkelen. Zowel landelijk als in Europa weet de industrie zich steeds beter te positioneren. Een belangrijke rol is hierin weggelegd voor de Verenigde Maakindustrie Oost. De VMO zet zich in om de professionaliteit en concurrentiekracht van de maakindustrie te vergroten en goed op de kaart te zetten. Het doel van de VMO is het toekomstbestendig maken van de maakindustrie in Oost-Nederland. Door samenwerkingen tussen bedrijven te stimuleren, wordt de industrie sterker in diverse opzichten. Het is immers bewezen dat bedrijven die openstaan voor verbinding, samenwerking en het leggen van contacten weerbaarder zijn, beter presteren en meer bereiken.

 

 

De kracht van de VMO zit hem in het samenwerken mét de bedrijven in plaats van vóór hen.”

     – Petra Deterink, Directeur van de VMO

Hoe dit in de praktijk vorm krijgt? Lucien Perizonius, Voorzitter van de Verenigde Maakindustrie Oost, legt uit:

 “Om de professionaliteit en concurrentiekracht van de Oost-Nederlandse maakbedrijven te verbeteren, is het belangrijk dat ze voorop blijven lopen met ontwikkelingen zoals automatisering en robotisering: trends die duidelijk waarneembaar zijn in de branche.”

Ook het naar buiten treden en uiteindelijk het genereren van Europese bekendheid is een belangrijk speerpunt voor de organisatie. “Dit gebeurt door het bezoeken van beurzen, zowel in Nederland als in Duitsland, en via verschillende kanalen als social media en de website. Bovendien hebben we samenwerkingen met andere verenigingen in de regio om meer bekendheid te krijgen”, vertelt Petra Deterink, Directeur van de VMO.

De maakindustrie is een dynamische sector: technologische verbeteringen en innovaties blijven elkaar in rap tempo opvolgen. “De belangrijkste uitdagingen in de maakindustrie op dit moment zijn digitalisering, robotisering, energietransities die voortkomen uit de klimaatdoelen en milieuregelingen, en het aantrekken en behoud van personeel en nieuw talent, terwijl er de komende jaren in deze regio ook veel kennis en ervaring zal uitstromen door het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd,” vertelt Deterink. “Bovendien kampten we de afgelopen tijd met een schaarste aan grondstoffen en materiaal, wat de nodige uitdagingen met zich meebracht.” Lucien vult aan: “Vanwege deze ontwikkelingen zijn digitalisering en automatisering belangrijke thema’s om met beide handen aan te pakken. De arbeidsproductiviteit moet omhoog, je moet met minder mensen meer doen. En dit proces moet handen en voeten gegeven worden.”

De VMO ondersteunt bij dit digitaliseringsproces. “We hebben een eigen digitaliseringstraject. Uit ervaring is gebleken dat men gebaat is bij het werken in kleine groepjes en een persoonlijke aanpak. Deze benadering hanteren wij dus ook. Het traject begint informatief en vervolgens kijken we waar een bedrijf staat; in welke fase van het digitaliseringsproces. Daarna kijken we hoe iedereen individueel begeleid kan worden om de volgende stap in dit proces te zetten. In de beginfase neemt de VMO dit voor haar rekening, in verdere fases sluiten daar deskundige VMO-leden bij aan. Het  elangrijkste aspect in dit traject is het “doen”. Als bedrijven zich daarna verder willen ontwikkelen, kunnen ze aansluiting vinden bij kennisinstellingen zoals Saxion en de UT, waar wij ook een samenwerking mee hebben.”

Ook rond het thema kennisdeling speelt de VMO een verbindende rol. Bovendien is de organisatie aangesloten bij Techniekpact Twente, om nieuw talent op te leiden, te werven, en te behouden. Verder werken ze nauw samen met initiatieven als Techwise, om de technische opleidingen beter te laten aansluiten op de vraag uit de praktijk en zo talent beter op te leiden voor de toekomst.
 

Kortom, de VMO vormt de link tussen de Oost-Nederlandse maakindustrie, het onderwijs, de overheid en adviesorganen als Oost-NL en het Twente Board. Op deze manier wordt de maakindustrie voldoende gezien, gehoord en voorbereid op de toekomst. Ook het bieden van een netwerk voor maakbedrijven onderling is een onderscheidende factor. Petra: “We vinden het als VMO heel belangrijk om elkaar te ontmoeten, in plaats van voornamelijk te netwerken met bijvoorbeeld adviseurs, accountants of juristen. Het is belangrijk dat we als collega-maakbedrijven van elkaar kunnen leren.” “De ervaring leert dat bedrijven juist binnen de branche verbonden willen zijn,” vult Lucien aan.

“We hebben de verbinding en weten waar de knelpunten liggen en springen daarop in door daarvoor de expertise binnen te brengen.”

      – Lucien Perizonius, Voorzitter van de VMO

“Het lijkt wel of techniek in de genen zit in deze regio!”

      – Petra Deterink, Directeur van de VMO

 
Bedrijfsgroei

De VMO begeleidt niet alleen in het zetten van de volgende stap in automatisering en digitalisering, ook bedrijfsmatige groei is een thema waar ze graag bij ondersteunen. Export, met name richting Duitsland, is een belangrijk thema. Vanuit het programma Go4Export worden bijeenkomsten in Duitsland georganiseerd en wordt geadviseerd over het ondernemersklimaat en bedrijfskansen daar. Ook markten in andere landen worden onderzocht, zoals in Scandinavië en Engeland. Bedrijven die graag willen groeien, maar niet perse buiten Nederland, worden hierbij ook deskundig
ondersteund. “Dit doe ik met name vanuit mijn rol als Innovatieadviseur bij NovelT. Hierdoor kan ik snel schakelen en de expertise die bij NovelT aanwezig is inzetten,” vertelt Petra.

Oost-Nederland

De Verenigde Maakindustrie Oost is gevestigd in Hengelo en zet zich in voor maakbedrijven in Oost-Nederland, dat gedefinieerd wordt als Overijssel, Gelderland – en dan met name de Achterhoek -, een stukje Flevoland en Drenthe. Of er verschillen zijn tussen Oost-Nederland en de rest van Nederland? “Toch wel,” begint Lucien. “Historisch gezien hebben grote bedrijven als Stork en Holec een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling
van de regio, en hier zijn heel veel bedrijven uit voortgekomen. Op een gegeven moment komt dat een beetje in de cultuur te zitten. Bovendien speelt de inslag van de mensen hier een rol: de directheid, het aanpakken: dat maakt dat de maakindustrie goed past bij de mentaliteit hier.”

Toekomst

Op de vraag hoe de toekomst voor de VMO eruitziet, zijn Petra en Lucien eensgezind: een organisatie als de VMO zal nodig blijven en zal daarom ook blijven groeien. Het bieden van een relevant netwerk binnen de branche is de belangrijkste factor voor groei. De VMO is nog steeds groeiende en kan op die manier meer bedrijven bij elkaar brengen. “Door te stimuleren op samenwerkingen kunnen we de maakindustrie toekomstbestendig maken
en haar ontwikkelen tot een toonaangevende industrie in Oost-Nederland en Europa. Daarvoor is het belangrijk slimmer te produceren, de arbeidsproductiviteit omhoog te krijgen en met minder mensen meer te doen.” Ze hopen hiervoor de leden op het juiste spoor te brengen en ze te kunnen helpen om die stap te zetten.

“Blijf met elkaar nadenken hoe je met minder mensen meer kunt doen. Ga eens bij een ander in de keuken kijken. Praat met elkaar. Breng elkaar op ideeën en ga daarmee aan de slag.”

Terug naar VIJFDE UITGAVE