In de snel veranderende wereld van geavanceerde materialen en productie stuiten kleine en middelgrote ondernemingen (mkb’s) vaak op aanzienlijke obstakels bij het opschalen van prototype-ontwikkeling naar volledige productie. Het Manufacturing NextMaterials (MNM) project, een samenwerkingsinitiatief onder het Interreg-programma, heeft als doel deze kloof te overbruggen door innovatie en economische groei in de Nederlands-Duitse grensregio te bevorderen. Judith Inberg van Oost NL en Joost van Lindert van Cato Composites delen hun inzichten over de doelstellingen, voordelen en toekomstperspectieven van het project.
Judith Inberg legt uit dat het MNMproject zich richt op het bieden van flexibele productietechnologieën aan mkb’s voor de verwerking van slimme en duurzame materialen tot lichte componenten, geavanceerde batterij-systemen en duurzame energie-oplossingen.
“We zien dat er volop overheidssteun is tot aan de prototype ontwikkelingsfase. Maar daarna stopt de ondersteuning, en worstelen bedrijven met het opschalen naar productie en het bereiken van de markt,” aldus Judith.
Het MNM project wil deze kloof overbruggen door mkb’s de benodigde tools te geven om hun producten succesvol op de markt te brengen, nu en in de toekomst.
Het MNM-project bevordert grensoverstijgende samenwerking, wat essentieel is voor de ondersteuning van mkb’s. Door competenties over grenzen heen te combineren, creëert het project de synergie die nodig is voor de ontwikkeling van productiesystemen. “Hiermee helpen we bedrijven niet alleen om samenwerkingspartners over de grens te vinden en naburige markten te betreden, maar bieden we ook een breed scala aan tools en ondersteuning bij het ontwerpen en uitvoeren van testproducties,” merkt Judith op. Deze mogelijkheden zullen naar verwachting de innovatieve capaciteit en concurrentiekracht van de regio versterken, wat zal leiden tot meer banen en economische groei.
Kernpartners van het MNM-project zijn onder andere Oost NL, NMWP. NRW en BOM, die zich richten op zakelijke aspecten zoals het omgaan met regelgeving en industrienormen in buitenlandse markten. Aan de technische kant zijn zes partners actief, waaronder kennisinstituten zoals het Thermoplastic Composites Application Centre van Saxion University, het Fraunhofer Innovation Platform aan de Universiteit Twente en Cato Composites. Aan Duitse zijde zijn Universiteit Münster en Duisburg en FFB (Fraunhofer Münster) de kennispartners. Deze partners werken samen in ‘lighthouse’-projecten die zich richten op het opschalen van technische capaciteiten. Ze zetten grensoverstijgende pilot faciliteiten op voor testproductie van composieten, geavanceerde batterijproductie en ondersteuning van 3D-printen.
Joost van Lindert van Cato Composites benadrukt de belangrijkste uitdagingen waarmee mkb’s worden geconfronteerd bij het overgaan van de prototypefase naar volledige productie. “Voor het opzetten van een succesvolle productie hebben mkb’s kennis, tools en financiering nodig,” legt hij uit.
Zonder overheidssteun na de prototyping, worstelen veel bedrijven om potentiële klanten en investeerders te overtuigen te investeren in productie.
Daarnaast missen mkb’s vaak de expertise om testproducties uit te voeren en de regelgeving en industrienormen in buitenlandse markten te navigeren.
Met het oog op de toekomst ziet Joost een rooskleurig perspectief voor composietmaterialen, vooral op het gebied van duurzaamheid en efficiëntie. “Thermoplastische composieten als structurele en lichtgewicht materialen helpen het energieverbruik te verminderen voor lichtgewicht (elektrische) mobiliteit en hebben specifieke eigenschappen zoals corrosiebestendigheid,” zegt hij. Het groeiende scala aan biogebaseerde en gerecyclede thermoplastische composieten biedt grote kansen voor het realiseren van energietransitie- en duurzaamheidsdoelstellingen.
Het MNM-project richt zich ook op directe samenwerking met mkb’s. Door workshops rond de opschalingsuitdagingen en kansen voor grensoverschrijdende samenwerking, kunnen bedrijven waardevolle inzichten en ondersteuning krijgen. Mkb’s kunnen zich aanmelden voor opschalingssubprojecten met partners over de grens, met mogelijke financiering tot €70.000 per subproject en een totaalbudget van €1,3 miljoen beschikbaar.
Het aanpakken van de uitdagingen van thermoplastische composieten in productie door middel van pilotprojecten is cruciaal. Joost benadrukt dat veel mkb’s in het programmagebied slimme, duurzame composietmaterialen hebben ontwikkeld of concrete ideeën hebben voor toepassingen met deze materialen, maar de middelen en expertise missen om op te schalen naar productie. “Door gebruik te maken van de bestaande middelen van Cato’s Thermoplastic Composites Manufacturing Solution Centre in Rheden en door een extra efficiënte pilootproductielijn voor TPC op te zetten, willen we andere bedrijven ondersteunen bij het toepassen en opschalen van circulaire en biogebaseerde composieten,” stelt hij. Dit initiatief hoopt de weg te banen voor verdere innovatie en initiatieven.
Het MNM Interreg-initiatief, met de steun van Cato Composites en andere belangrijke partners, accelereert innovatieve vooruitgang en economische groei in de Nederlands-Duitse grensregio. Door grensoverstijgende samenwerking te bevorderen en essentiële middelen te bieden, wil het project mkb’s helpen opschalingsuitdagingen te overwinnen en bij te dragen aan een duurzame toekomst.